In onze werkgroep werken we samen met scholen en o.a. studenten d.m.v. onderzoek en met PLGteams waarbij we op zoek gaan naar werkzame factoren om de sociale cohesie op scholen te vergroten. We willen hiermee bereiken dat er sociale veiligheid is binnen de scholen en het pestgedrag op de scholen afneemt.
Onze basis hiervoor is de wet die de zorgplicht sociale veiligheid voor de scholen regelt. Deze beschrijft dat de scholen een inspanningsverplichting hebben om veiligheidsbeleid te voeren, om een coördinator aan te stellen en om de veiligheidsbeleving van de leerlingen te monitoren. Om dit beleid levend te maken en actueel te houden zijn inzichten van experts helpend. Kees van Overveld schreef onlangs in Metro dat het nodig is dat kinderen hun hele basisschoolcarrière les krijgen in sociaal-emotionele vaardigheden om pestgedrag tegen te gaan. De huidige anti-pestmethodes werken alleen voor de korte termijn en zijn gericht op ‘scherven opruimen’ in plaats van preventie. Hij was in 2013, als voormalig coördinator van het Expertisecentrum Gedrag van de Hogeschool Utrecht met als specialisatie pesten, door staatssecretaris Sander Dekker (onderwijs) gevraagd input te leveren voor de nieuwe wet Veiligheid op school.
PREVENTIEF AANPAKKEN
Volgens Van Overveld is dit niet voldoende. Hij pleit, en pleitte toen ook, voor aandacht voor sociaal-emotioneel leren. „Scholen moeten inzetten op het preventief aanpakken van gedragsproblemen en op gedragsverandering”, zegt Van Overveld. „Voordat je kinderen sociale vaardigheden leert, moet je ze emotionele vaardigheden leren. Beiden versterken elkaar. Een kind die leert omgaan met zijn emoties, zoals angst en woede, kan beter omgaan met andere kinderen. En staat meer open voor kinderen die anders zijn. Daarnaast leren ze onder meer hoe ze rustig en afstandelijk op uitlokkend gedrag kunnen reageren.”
GROEPSPROCES en samenwerken
De leerkracht doet ertoe. De inzichten leren ons dat de leerkracht die elke dag met de groep werkt voldoende kennis en middelen nodig heeft om het groepsproces positief bij te sturen. Als ze de monitoring van de veiligheidsbeleving analyseren en bespreken met de collega’s groeit er betrokkenheid en verantwoordelijkheid. De rol van de coördinator is hierbij van belang als aanspreekpunt en als begeleider bij de uitvoering van het beleid. Het gaat verder dan samenwerken met een schoolteam, ouders en andere betrokkenen bij het kind als partners van Het is belangrijk dat ouders en andere betrokkenen bij het kind als partners samenwerken vanuit een duidelijke visie met als doel om de kinderen voor te bereiden op een gelukkig leven in deze maatschappij.
“De wet op sociale veiligheid schrijft voor dat scholen regelmatig moeten onderzoeken of hun leerlingen zich veilig voelen én hen leren hoe ze goed met elkaar omgaan. De onderwijsinspectie houdt in de gaten of scholen hun verplichting nakomen.”
Voor onze werkgroep betekent bovenstaande dat we de uitkomsten van de onderzoeken en de PLG’s gaan gebruiken om te delen met andere belangstellende scholen. In het voorjaar organiseren we een ontmoeting voor scholen en belangstellenden. We nodigen hierbij experts uit en geven workshops waarin we werkzame ervaringen delen.
Door Nelly de Bruine